Bean me up! Geen soja meer, maar veldbonen
Duurzaam, klimaatneutraal, lokaal telen en produceren, en gebruik van reststromen. Om dat succesvol te kunnen maken moeten alle ketenpartners daar financieel voordeel uit halen. In het project Bean me up! wordt er door Hogeschool Inholland en een aantal partners onderzocht hoe teelt, toepassing, verdienmodel en vermarkting van veldbonen voor de foodsector uitgewerkt kunnen worden. Lector Health & Food Feike van der Leij van Hogeschool Inholland begeleidt vijf projecten die vanuit de hbo-instelling worden uitgevoerd. Voor de optimalisering van de teelt wordt er door CAV Agrotheek en Vertify samen met hbo-studenten gekeken naar de mogelijkheden. Iris Huisman en Nils van Straten zijn vanuit hun functie als teeltadviseur betrokken bij Bean me Up!
Eiwittransitie 2.0
Feike: ”Er was al een samenwerking tussen de verschillende partijen in het consortium voor het veldbonenproject. Niek Persoon van Amsterdam Green Campus heeft mij benaderd om de samenwerking formeel vorm te geven. Green Campus had al banden met Vertify, CAV, verwerkers van veldbonen zoals Biorefinery Solutions, NMK-Esbaco, Donny Craves en applicatie- en marketing specialisten zoals Willicroft en Fresh Monkeys. Hogeschool Inholland en Clusius College participeren ook in dit project en zijn met de foodbedrijven al een tijdje actief in FICA (Food Innovation Community Amsterdam). Voor dit project hebben we subsidie gekregen. De ontwikkeling is, dat dierlijk eiwit steeds vaker vervangen wordt door plantaardig eiwit. Dat noem ik de eiwittransitie 1.0. Nu zijn we toe aan eiwittransitie 2.0: geen import-soja, maar lokaal geteelde eiwitbronnen zoals veldbonen. Voor de foodsector wordt er eiwitextract uit de veldbonen gehaald. Je kunt de bonen malen en zeven. Uit de zeeffractie krijg je een concentraat meel met maar liefst 65% eiwit. Daarnaast kun je het nat bewerken. Bij de natte extractie kan er met behulp van een paar trucs wel 92% eiwit uitgehaald worden. Het is dan een isolaat. Deze verwerking is zuiverder, maar wel een stuk duurder. Het is vergelijkbaar met wei. Vroeger was wei een restproduct van kaas en werd het over de akkers uitgereden, nu ligt de prijs door de zuiverheid van het eiwit hoger dan die van kaas.”
Sojavervanger
Iris heeft voor Bean me up! regelmatig contact met Feike: ”Bij CAV Agrotheek lag de focus voor het telen van veldbonen niet op de foodsector, maar op de feed. Veldbonen worden hier geteeld als sojavervanger voor de veehouderij. De verwerking is een stuk eenvoudiger dan voor de foodindustrie. Na afrijping van het gewas wordt het gecombined en gaan de bonen door een bonenpletter of maler, want het zijn net kiezelstenen. Uitgaande van 15% vocht, bevat de boon dan 30% eiwit. Met 1,5 kg veldbonenmeel, kun je 1 kg soja vervangen. Zuivelverwerkers stimuleren het gebruik van eiwit van eigen land. Ook past het mooi in het marketingverhaal van lokaal en duurzaam. Dit jaar wordt er door onze telers 100 hectare veldbonen geteeld. Omdat de veldbonen niet binnen de derogatie vallen, weerhoudt het de veehouders nog om dit zelf te telen. Het zou ideaal zijn als een akkerbouwer het gewas voor een veehouder teelt. Afhankelijk van de voorvrucht kiest men voor zomer- of winterveldbonen. Voor de humane sector worden meestal zomerveldbonen gebruikt: het schilletje is minder hard en er zit minder bitterheidsstof, de zogenaamde tannine in.”
Projectbegeleiding
Feike: “Ik zoek graag naar gezond voedsel, afkomstig uit een duurzame maar ook onorthodoxe bron. Ik vind het leuk om reststromen op te waarderen, zodat ze geschikt worden voor humane consumptie. Alles wat wij doen in het hbo hoort duurzaam en gezond, maar ook creatief te zijn. En als studenten iets leuk vinden, doen ze het goed. Ik heb veel ervaring met lesgeven en het beoordelen van projecten. Ik bekijk het strategisch, waar moet het project toe leiden? Tegenwoordig sta je als docent niet meer voor de klas, maar begeleid je projecten: coachen en vergaderen met studenten die onderwerpen helemaal uitpluizen. Daarnaast laat ik studenten van verschillende studies samenwerken, bijvoorbeeld een akkerbouwstudent naast een voor een medisch laboratorium. Zo leren ze elkaars taal verstaan en beter communiceren.”
Enthousiast
Iris: “Samen met stagiaires en Vertify onderzoeken wij welke rassen geschikt zijn voor food of juist voor feed. Ook zoeken wij uit, hoe wij met minder gewasbeschermingsmiddelen, meer schoffelen of een aanpassing in de afstand tussen de rijen de teelt zo optimaal mogelijk wordt. Zelf kom ik veel bij veehouders over de vloer. Zij zijn er erg enthousiast over. Het is een mooi product door de combinatie van het hoge eiwitpercentage, hoge zetmeelgehalte met een hoog VEM-gehalte. De vraag van de veehouders is groter dan het aanbod. Het mooie van Bean me up! is, dat er nu verschillende types bedrijven met veldbonen bezig zijn. We zijn elkaars kennispartner en hoeven niet allemaal weer het wiel uit te vinden. Door kennis en toepassing te bundelen, kunnen we het onderzoek veel breder uitrollen. Het zou mooi zijn, als we op termijn het deel van de veldbonen, dat niet voor humane toepassingen gebruikt wordt, weer terug aan de veehouder als voer kunnen leveren. Dat maakt het financieel ook voor de teler interessanter. De volledige prijs van het product wordt dan door de humane sector betaald. Alleen de kosten voor vervoer van de reststroom hoeven dan door de veehouder vergoed te worden. Dat zou de perfecte combinatie zijn en maakt de teelt voor alle partijen interessant.”
Ondervoeding
Feike: “Een van de lijnen in mijn onderzoeksprogramma ‘Food for happy ageing’ is het tegengaan van ondervoeding bij ouderen. Door hoogwaardig eiwit toe te voegen aan lekkere tussendoortjes krijgen ouderen meer eiwit en vezels binnen. Ondervoeding drukt veel zwaarder op onze zorgeconomie dan de obesitasproblematiek. Ondervoede ouderen liggen relatief lang in het ziekenhuis, dat kost erg veel geld. In plaats van het huidige soja-eiwit kan er veldboneneiwit worden toegevoegd aan lekkernijen zoals dadelrepen of banketspijs. Zo is er al een veldbonensoep, zijn er snacks en tussendoortjes ontwikkeld en proberen we onze studenten te stimuleren om van alles te bedenken. Eigenlijk zou je de veldboon de Nederlandse amandel kunnen noemen. Wie wat wil proeven, is van harte welkom op onze stand op de Floriade.”