Slim bemesten deze winter: wat verandert er voor telers?
Deze winter wordt het voor veel telers een uitdaging om een sluitend bemestingsplan te maken. Afgelopen jaar is het areaal van NV-gebieden (nutriënten verontreinigde gebieden) namelijk sterk uitgebreid. Waar voorheen alleen zandgronden grotendeels onder deze aanduiding vielen vanwege de kwaliteit van het grondwater, heeft de recente uitbreiding te maken met de kwaliteit van het oppervlaktewater. In deze gebieden mag in 2025 20% minder stikstof worden gegeven dan in niet-aangewezen gebieden (tegenover 5% minder in 2024). De gedachte is dat telers efficiënter met stikstof omgaan wanneer de norm verder wordt aangescherpt, wat zou leiden tot een betere kwaliteit van het oppervlaktewater.
Stikstofefficiëntie in landbouw: wat betekent het?
De stikstofefficiëntie in ons landbouwsysteem is de verhouding tussen de afvoer van stikstof (in de vorm van gewassen, dierlijke producten, mest) en de aanvoer. Wereldwijd ligt de stikstofefficiëntie rond de 50%, maar in Nederland is deze hoger door ons meststoffenbeleid.
Akkerbouwgewassen: de sterke presteerders in stikstofopname
Akkerbouwgewassen zoals tarwe en suikerbieten hebben een diep wortelstelsel en nemen stikstof efficiënt op. Na een graanstoppel is het zonder stikstofbemesting echter lastig om een groenbemester te telen, omdat de bouwvoor volledig is leeg getrokken. Suikerbieten kunnen op sommige gronden tot wel 1 à 2 meter diep wortelen en blijven stikstof opnemen tot aan het rooien. Na de oogst blijft er gemiddeld minder dan 25 kilo stikstof per hectare in de bodem achter. Het is belangrijk om gewasresten direct na de oogst onder te werken. Het blad van suikerbieten bevat omgerekend 100 kilo stikstof per hectare, dat door de lage koolstof-stikstofverhouding snel beschikbaar komt voor het volggewas. Door het loof in te werken, wordt stikstofvervluchtiging beperkt en kan het volggewas hiervan profiteren.
Uitdagingen bij aardappelen en uien: lagere effectiviteit door zwakker wortelgestel
Bij aardappelen en uien is de bewortelingsintensiteit en -diepte minder, wat een groter risico op stikstofverlies betekent. Aardappelwortels reiken tot maximaal 60 cm diep, en bij uien nog minder. Bovendien speelt het ras bij uien en aardappelen een grotere rol in stikstofopname dan bij andere gewassen. Door de stikstofbemesting af te stemmen op ras, weersomstandigheden, teeltdoelstelling, grondsoort, perceelskenmerken en ervaring, weten we in Nederland het stikstofverlies in deze gewassen te minimaliseren.
Groenbemesters: een krachtige bondgenoot tegen stikstofuitspoeling
Een goede groenbemester die veel stikstof kan opnemen is een van de oplossingen voor het verdere verminderen van stikstofverlies. Bij tijdige inzaai kan uitspoeling worden beperkt. Bij late aardappelen of bieten op kleigronden is dit vaak niet meer mogelijk. Wanneer eind september wintergerst of rogge wordt ingezaaid als vanggewas, neemt dit nog 43 kilo stikstof op. Wordt er pas in de derde week van oktober ingezaaid, dan wordt nog slechts 28 kilo stikstof opgenomen.
Onze adviseurs kunnen u deze winter van tips voorzien over het omgaan met de 20% verlaging van de stikstofnorm.